Het laatst aangelegde deel van het Vondelpark (1874-1878), tussen de uitgang Koninginneweg en de Amstelveenseweg, heeft een wat landelijker karakter gekregen en werd ontworpen door Louis Paul Zocher (1820-1915), want vader Jan David Zocher jr. was in 1870 overleden. Toch in goede balans met het oostelijke deel dat in een meer romantische Engelse landschapsstijl werd aangelegd in de periode 1864-1873. Daar heeft vader Jan David Zocher jr. (1791-1870) op 73-jarige leeftijd zijn aanlegstijl geschetst en gemaakt, samen met zijn zoon Louis Paul.
De oorspronkelijke aanlegstructuur van dit laatste (4e) deel is er nog, maar vanaf het moment dat de gemeente actief eigenaar werd zo rond 1954 is er wel wat veranderd, vooral hier. De vormgegeven landschapsstijl werd enig geweld aangedaan door in twee fasen drie “verbindings-sloten” te graven rondom de Koeienweide en de Schapenweide. Heel praktisch misschien om een afgesloten gebied te creeëren waar koeien en schapen geweid konden worden zonder hek, maar het heeft niet bijgedragen aan het behoud van het oorspronkelijk sierlijk landschappelijk karakter van de architecten Zocher, waarbij de typerende waterpartijen een zeer belangrijk onderdeel waren: van richting veranderend, een meanderachtige oeverlijn met verschillende waterbreedtes, vijvers met eilandjes en een kronkelende beek-structuur. Water was de ontwerp-ruggengraad van hun landschappelijke parkinrichting. Een rechte sloot hoorde daar niet bij.
In 1901 noemde
Heimans en Thijsse de huidige Koeienweide “De Paddestoelwei” met een klein verhoogd deel dat “De Hoogte” werd genoemd.
In 1874 werd een boerderij gebouwd in het park (op de plek van het huidige Groot Melkhuis) om de landelijke sfeer te kunnen proeven door wandelaars en vrij snel werd er een uitspanning aangebouwd waar men verse melk kon drinken, geleverd door circa 25 koeien die van oorsprong geweid en gemolken werden op de weides waar nu de tennisvelden liggen van L. T. C. Festina en later op de Kleine- en Grote Koeweide, respectievelijk nu de Schapenweide en Koeienweide.
Koeien worden gemolken op de Kleine Koeweide - foto W. C. Pirsch. Uit het boek
Ons Gouden Vondelpark
De boer (die de boerderij pachtte) verzorgde tevens het onderhoud aan de grasvelden van het park. Vanwege het gebruik van de oorspronkelijke weides bij de boerderij als tennisvelden, werden de koeien ook elders geweid. Op de Kleine Koeweide (nu Schapenweide) en op de Grote Koeweide (nu Koeienweide).
Op de kaart uit 1901 is het gebied boven de Melkerij al verdeeld in “Bets’ wei” met een zwarte populier in het midden en een iets groter deel had de naam “Tennisveld”.
Vanaf 1962 werd het houden van koeien en het boerenbedrijf officieel gestopt door de Gemeente Amsterdam en het duurde verschillende jaren voordat het doek echt viel. De houten stallen aan de Kattenlaan werden afgebroken.
Daarna hebben er nog wisselend koeien (Lakenvelders), paarden, (zelfs lama’s), schapen en kippen gelopen op de weides tot ongeveer 1992. Helaas zijn alle weidebeesten al circa 20 jaar geleden verdwenen en dat is toch een gemis met de huidige weidenamen die verwijzen naar loeiende koeien en blatende schapen.
De naam “Brandbrug” is in de zestiger jaren gebruikt door het parkpersoneel van de gemeente.
Op het noordoostelijkste puntje van het gebied iets ten zuidwesten van het Platte bruggetje (volgens Heimans en Thijsse, 1901), Zocherbrugje of het Weidebrugje (volgens Charles Haak, 1959) werd het overtollig hakhout verbrand op een vaste “brandplaats” en men vond het praktisch om uit te leggen aan elkaar dat het hout “naar de brandbrug” gebracht moest worden.
Deze prachtige brug verdient een betere naam dan “Brandbrug”. Charles Haak deed een uitstekende keus om dit bruggetje
Zocherbrugje te noemen, een eerbetoon aan de architecten Zocher die hier een monument van een park hebben aangelegd in Amsterdam. Dit prachtige bruggetje is ontworpen door architect W. Hamer jr. en gebouwd in 1879, evenals de Hulstbrug (zo genoemd door Heimans en Thijsse is 1901).
Het Vondelpark is aangelegd, bebouwd en onderhouden door de particuliere “VEREENIGING TOT AANLEG VAN EEN RIJ- EN WANDELPARK TE AMSTERDAM” van 1864 tot 1954.
Op 6 oktober 1953 werd het Vondelpark overgedragen aan de gemeente Amsterdam, die tot heden eigenaar is.